Na een zware trainingsperiode stond ik vandaag aan de start van de Venloop, het strijdtoneel van het Nederlands Kampioenschap halve marathon. Afgelopen donderdag kwam mijn zevendaags gemiddelde voor het eerst boven de 200 km uit. Nu zou je dan misschien verwachten dat ik hier vermoeid aan de start stond, maar dat viel na twee dagen met enkel twee korte duurloopjes heel erg mee.

De deelname aan deze wedstrijd was sowieso een relatief recent idee, want in eerste instantie zou ik vandaag de Halve van Hengelo lopen, simpelweg als voorbereiding voor de Enschede Marathon. De laatste weken gingen de trainingen echter zo goed dat ik wel zin kreeg om toch naar een wedstrijd te gaan met iets meer concurrentie. De afgelopen week was zelfs zo goed dat Wilfred en ik het idee hadden dat ik wel eens onder de 1:10 zou kunnen lopen.

Bij het inlopen voelden de benen al direct erg goed. Twee dagen (relatieve) rust blijken toch best veel te kunnen doen, hoewel er zeker nog wel een restant vermoeidheid zal zijn geweest. Het plan voor de race was eenvoudig. Na de start een groepje zoeken met jongens die ook wel eens rond de 1:10 zouden kunnen gaan lopen, en vervolgens zo lang mogelijk zo min mogelijk inspanning leveren. Het eerste deel van dit plan lukte heel aardig, en binnen 500 m van de start had ik een mooie plek gevonden in een groepje met o.a. Michael Beeuwer en Arne Mulder.

Het tweede deel, zo min mogelijk inspanning leveren, viel echter tegen. Het tempo lag namelijk erg hoog. Toegegeven, we hadden we wind in onze rug, maar een doorkomst op 5 km binnen de 16:10 was me wel wat al te gortig. Hierdoor heb ik toen toch maar gelost, en kwam ik eigenlijk helemaal alleen te lopen. Nu was dit op hier nog niet zo’n probleem, want de wind stuwde me nog aardig voort, waardoor ik ook de tweede 5 km helemaal niet zo heel veel langzamer liep. Het gat met de jongens voor me was echter wel aardig groot geworden.

Toen we daarna tegen de wind in draaiden had ik dus genoeg te doen. Gelukkig voelde ik me sterk, en verder gesterkt in het feit dat ik zag dat er voor me ook wat jongens moesten lossen. Vrij makkelijk haalde ik er weer een paar in en waren er steeds weer nieuwe tegenstanders binnen handbereik. Ondertussen had ik ook nog het doel van de sub 1:10 in gedachten, maar wist ik dat ik al zoveel seconden marge had dat dit doel sowieso wel gehaald zou worden. Op 15 km kwam ik door op 49:11, een tijd die ruimschoots sneller is dan mijn daadwerkelijke 15 km PR (49:48). Hier had ik inmiddels Arne weer bijgehaald, en Michael bijna.

De laatste paar kilometers kwamen zeker niet vanzelf, maar hier had ik nog veel steun van Lars Cazander, met wie ik nog wat stukken kop over kop kon lopen. Dit was bijzonder welkom, aangezien ik toen eigenlijk vanaf het 5 km punt alleen had gelopen, met hooguit korte stukken waarbij ik eventjes bij mensen aan kon haken. Bij het afgaan van de Maasbrug en met een laatste aanmoediging van mijn pa, kon ik nog een aardige eindsprint inzetten. Na nog een pittig klimmetje in de binnenstad van Venlo was de finish bereikt in een nieuw persoonlijk record van 1:09:22. Ruim onder de doelstelling van 1:10, en ook nog eens een nette 15e plaats op een sterk bezet NK. Dit was in ieder geval een mooie opsteker voor de Enschede Marathon over twee weken!