Kort na mijn onsuccesvolle poging bij de Amsterdam marathon liep ik een mooie serie wedstrijden. Deze drie wedstrijden, in Nijverdal, Nijmegen, en ’s Heerenberg hebben in ieder geval één ding met elkaar in het gemeen: pittige heuvels.

Nijverdal

De blaren van Amsterdam herstelden, met enige (semi-)medische aandacht, gelukkig snel. Na twee dagen kon ik al weer pijn vrij wandelen, en ook bij duurloopjes was er weinig aan de hand. De gretigheid kreeg al snel de overhand, en zo kwam ik op het idee om een week na de mislukte marathon al weer een wedstrijd te lopen. De 10 km bij de Diepe Hel Holterbergloop, die van Nijverdal naar Holten loopt.

Zoals de naam al suggereert, is deze wedstrijd niet helemaal vlak. Hij gaat over de Holterberg, waardoor er een aantal pittige klimmen (en afdalingen) inzitten. Bij de start kon ik direct mee in het kielzog van Gert-Jan Wassink, Niels te Pas en de Keniaan Enos Kakopil. Dit ging tot de eerste klim heel goed, waarna ik toch moest lossen. Hard heuvel op lopen is helaas iets waar ik niet zo goed in ben.

Gelukkig kan ik dit wel weer een beetje compenseren door heel erg hard naar beneden te lopen. Met een paar harde laatste kilometers kwam ik nog heel dicht bij Niels, maar een kort laatste klimmetje vlak voor de finish bracht me volledig uit mijn ritme. Een ietwat ondankbare vierde plaats was het resultaat, maar wel in een heel dik PR van 31:14 (dit was 32:22). En dat met kilometers van boven de 3:30 tot onder de 2:50.

Nijmegen

Hoewel heuvels me dus veel moeite kostten, zijn er in deze periode van het jaar natuurlijk nog een paar klassiekers die ook niet helemaal vlak zijn. De volgende loop op de agenda was de Zevenheuvelenloop, waar ik in het verleden ook al vaak heb gelopen, maar nooit echt potten heb weten te breken. Mijn officiële 15 km PR stond nog op 49:48, maar doordat ik eerder dit jaar bij het NK halve marathon in Venlo al laag in de 49 minuten doorkwam, wist ik dat hier heel veel rek in zat. De ambitie was dan ook om binnen de 48 minuten te finishen.

De eerste 5 km gaan vrijwel alleen maar heuvelop, waardoor je dus eigenlijk direct “achter loopt op het schema.” In het verleden vond ik het dan wel vaak moeilijk om het vertrouwen te houden, maar daar was nu totaal geen sprake van. Na een moeizaam eerste stuk, had ik even de tijd nodig om bij te komen. De tweede 5 km ging ongeveer in hetzelfde tempo als de eerste, ondanks het feit dat hier ook wat afdalingen inzaten. Resultaat: een doorkomst van 32:24 op 10 km. Daarna volgde nog een klim en vervolgens vooral snelle kilometers naar beneden. Bij de finish stond de klok op 48:05, en was ik, net als in Nijverdal, vlak achter Niels (te Pas) gefinisht.  Een dik PR dus, waar ik toch niet helemaal tevreden mee was.

’s Heerenberg

Gelukkig zag ik nog een tweede kans om alsnog onder de 48 minuten op 15 km te duiken: bij de Montferlandrun in ’s Heerenberg. Ook deze heeft een heel aardig hoogteprofiel, en ook hier staan veel topatleten aan de start. Het is dan ook altijd een gave wedstrijd om de strijd in aan te gaan.

Twee factoren gooiden voor mij helaas wat roet in het eten. Allereerst had ik de afgelopen maandag net iets te fanatiek getraind, op ongeveer hetzelfde tempo dat ik vandaag ook wilde lopen. Tijdens deze training stond ik op het punt om tegen Wilfred te zeggen: “iedere seconde die ik nu harder loop, loop ik zondag langzamer.” Had ik dat maar gedaan, want dat bleek nu heel aardig te kloppen. De tweede factor was de kou, waar ik in het algemeen niet zo heel goed tegen kan. Het tempo voelt dan sneller te hard, en ook lopen de benen eerder vol.

Gecombineerd leidde dit in ieder geval tot een wat minder resultaat, want ik bleef ver van een sub 48 verwijdert. Onder de 49 lukte gelukkig nog wel, en zo was ik na 48:36 gefinisht. Die echt snelle 15 km komt nog wel een keer. Wat immers in het vat zit …